donderdag 15 augustus 2013

Garnalen in een jasje van kokos en limoen


Deze garnalen zagen er erg aantrekkelijk uit toen ik ze op ‘Simoneskitchen’ zag staan. Net een lekker voorgerechtje voor in het weekend of als snack als je bezoek hebt.

Als ik iets paneer gebruikt ik eigenlijk altijd Japans broodkruim: panko. Het zorgt voor een grove en knapperige korst. Dit doe ik ook bij bitterballen en kroketjes. Deze zal ik binnenkort eens op de blog zetten.



Het recept komt uit ‘Under the walnut tree’ van Anna en Fanny Bergenström.

Ingrediënten, voor 2 personen als voorgerecht
15-20 grote garnalen (uit een zak in de vriezer)
1 ei, losgeklopt met 1 eetl water
3 eetl bloem
20 gram geraspte kokos
20 gram panko paneermeel
Rasp van 1 limoen
Snuf zout
Olie om te frituren (zonnebloem- of arachideolie)

Bereiding
Laat de garnalen ontdooien, pel ze, maar laat de staart zitten. Verwijder het darmkanaal en dep ze droog met keukenpapier.

Meng de kokos met de panko en de rasp van de limoen.

Zet 3 kommetjes neer: een met de bloem, een met het losgeklopte ei en zout en een met het kokosmengsel.

Pak de garnalen bij de staart en haal ze achtereenvolgens door de bloem, ei en kokos.
Leg ze op een bord en herhaal tot alle garnalen gepaneerd zijn.

Verhit een laag olie een pan en bak de garnalen in 2 porties tot ze aan beide zijden goudbruin zijn.

Dat duurt ongeveer 1-2 minuten, let op, want het kan heel snel gaan.
Laat uitlekken op een stuk keukenpapier.

Serveer met een partje limoen en evt. een kommetje chilisaus.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten