Vandaag een makkelijk voorgerechtje. Witlofschuitjes presenteren altijd leuk, ook als borrelhapje, en je kunt eindeloos variëren met de vulling. Met Kerst heb ik ze eens gemaakt met gerookte makreel, lente-ui en tuinkers. Ook heerlijk.
In het boek 'Veg' zag ik een recept staan met peer en geroosterde amandel. Dit is een variatie daarop.
De amandelen worden gekaramelliseerd, waardoor ze lekker knapperig en zoet-zout worden. Je moet wel blanke ongezouten amandelen gebruiken. Ik heb altijd een grote pot amandelen van de natuurwinkel staan.
De witlof is bitter, de amandelen krokant en zoet en zout, de appel fris en dressing met mosterd scherp. En dat smaakt goed bij elkaar!
Ingrediënten, voor ongeveer 10 stuks
1 kleine witlofstronk
1 appel (nu Elstar)
40 gram blanke amandelen
paar sprietjes bieslook
1 theel roomboter
1/2 theel suiker
snuf zout
Dressing
3 eetl olijfolie of koolzaadolie
1 theel Dijonmosterd
1 theel citroensap
peper en zout
Bereiding
Haal de witlofblaadjes los van elkaar.
Je kunt de appel schillen, maar het lijkt wel mooi als er wat rood in te zien is, dus ik heb de appel ongeschild gebruikt. Snijd hem in kleine blokjes.
Snijd de bieslook in kleine ringetjes.
Doe de amandelen met de boter, suiker en zout in een kleine koekenpan, verwarm 2-3 minuten en roer goed zodat de amandelen karamelliseren. Schep ze daarna meteen op een stuk bakpapier of een siliconenmatje. Zorg dat ze elkaar niet raken, want anders blijven ze aan elkaar plakken.
Laat de amandelen iets afkoelen en hak ze grof.
Maak de dressing door alle ingrediënten te mengen.
Meng de appel met de amandelen en bieslook. Schep het in de witlofblaadjes en druppel de dressing erover heen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten