Indonesische runderrendang

Dit is de eerste keer dat ik rendang heb gemaakt. Ik wilde weer wat in de slowcooker maken en dan kom ik meestal uit op rundvlees. We hebben al Franse en Italiaanse stoofgerechten gemaakt in de slowcooker, maar nu dus eens Indonesisch; dat eten we zelden. De eerste vraag is dan: wat is het beste recept?
Als je niet bekend bent met de Indonesische keuken, dan moeten eerst de boeken erop nageslagen worden. En hoewel ik een paar honderd kookboeken heb: ik heb niet een die alleen over deze keuken gaat. Misschien wordt het toch eens tijd om een boek aan te schaffen (die van Lonny?).
Gelukkig zijn er de blogs. Het werd me al snel duidelijk dat er niet één origineel recept is; elke familie maakt dit bekende gerecht weer op een eigen manier (net als wat je zo vaak over de Italiaanse keuken hoort: pasta di mamma smaakt overal anders).

Je hebt makkelijke en uitgebreide versies van rendang. Ik ben met de uitgebreide begonnen (gevonden op de blog van Violet ) wat wil zeggen dat ik eerst naar de toko moest voor ingrediënten die ik niet standaard in huis heb: salambladen, verse koenjit, verse laos en kemirienootjes.

Het maken van de boemboe is het meeste werk, maar dat is met een keukenmachine eigenlijk zo gedaan. Van stoofgerechten maak ik altijd een grote hoeveelheid (helemaal nu ik er speciale ingrediënten voor nodig had). Dit is een recept voor 4-6 personen. De familie kan komen eten, of je vriest een paar porties in voor later door de week.

We aten er rijst, (sajoer)boontjes en komkommersalade bij en voor de liefhebber nog wat sambal.
Wat een heerlijk gerecht! En wat een geluk deze keer dat de familie niet kwam eten ;)

Ingrediënten, voor 4-6 personen
1,5 kilo runderriblappen, in grove stukken, op kamertemperatuur
3 stengels citroengras (sereh)
5 verse salambladen = Indonesische laurier (daun salam)
7 limoenblaadjes (djeroek poeroet)
600 ml kokosmelk
2 eetl zonnebloemolie

Voor de boemboe
10 kemirienootjes
4 theel korianderzaad (ketoembar)
4 theel komijnzaad (djintan)
3 cm verse geelwortel (koenjit, 20 gram)
3 cm verse laos (10gram)
6 cm verse gember (djahé, 20 gram)
10 tenen knoflook (40 gram)
6 sjalotten (250 gram)
15 gram garnalenpasta (trassi)
1 hele rode peper of sambal naar smaak
1 eetl zonnebloemolie

Bereiding
Maak eerst de boemboe (kruidenpasta):
Rooster de kemirienoten, koriander- en komijnzaad in een koekenpan totdat ze licht kleuren. Doe ze in een blender of keukenmachine en maal ongeveer 10 seconden.
Schil de geelwortel, laos en gember en maak de knoflook en sjalotten schoon. Snijd dit in kleinere stukken en doe ze in de keukenmachine.
Voeg de trassi, rode peper (met zaadjes) en een scheut zonnebloemolie toe en maal tot een stevige en smeuïge currypasta.
Als je geen keukenmachine hebt kun je alles in een grote vijzel stampen. Doe dat gedoseerd en begin met de noten en kruiden.

Doe een scheutje zonnebloemolie in een grote (gietijzeren) pan of wok en bak de boemboe ongeveer 5 minuten aan op laag vuur.
Snijd ondertussen het vlees in grove stukken voeg na 5 minuten toe. Bak het vlees rondom bruin.

Verwijder de buitenste bladen van het citroengras, snijd de onderkant eraf (ongeveer 1cm), halveer de stengels en kneus ze met de platte kant van je mes. Zo geven ze hun smaak beter af.
Voeg het citroengras, de salambladen en de limoenblaadjes toe aan het vlees en vervolgens de kokosmelk. Roer alles goed door, doe de deksel op de pan en laat de rendang op heel laag vuur sudderen, het mag niet koken. Na ongeveer 3 uren is het vlees zacht en de saus iets ingedikt.

Ik heb alles overgeschept in de slowcooker en de rendang op de hoogste stand 4 uren laten sudderen. Met de slowcooker heb je er geen omkijken meer naar.

Breng de rendang op smaak met zout. Verwijder de salam- en limoenblaadjes en de stengels citroengras.

Serveer met rijst, (sajoer)boontjes en komkommersalade.